Alicja Gescinska (1981) is filosofe en schrijfster. Ze studeerde Moraalwetenschappen aan de Universiteit Gent en promoveerde er in 2012 tot doctor in de Wijsbegeerte. Alicja raakte bij het bredere publiek bekend met haar boek 'De verovering van de vrijheid' (2011). In dat boek verweeft ze autobiografische gegevens met een filosofisch pleidooi voor positieve vrijheid. Het boek werd door deMens.nu bekroond tot het beste non-fictie boek van de voorbije twee jaar (2010-2011) en was ook genomineerd voor de Socrates Wisselbeker en het Liberales-boek van het jaar 2011. Ze schreef verschillende filosofische essays, waaronder 'Thuis in muziek' (2018), 'Intussen komen mensen om' (2019), 'Kinderen van Apate' (2020) en 'Humanitas' (2022). Deze handelen respectievelijk over de morele en maatschappelijke betekenis van muziek, de noodzaak van politieke betrokkenheid, de betekenis van waarheid en leugen, en de filosofie van de medemenselijkheid. Naast haar non-fictie werken, heeft Alicja ook fictie geschreven. In 2016 verscheen haar roman 'Een soort van liefde', bekroond met de Debuutprijs. In 2021 verscheen haar dichtbundel 'Trojaanse gedachten', en in 2022 schreef ze twee theaterteksten: 'Apate spreekt' en 'Daar mag je niet aan denken'. Als academica was Alicja vroeger verbonden aan Princeton University en Amherst College in de VS. Sinds 2019 is ze directeur van het Philosophy by Research Programme aan de University of Buckingham. Alicja schrijft regelmatig opiniestukken voor diverse media en verzorgt de tweewekelijkse column ‘Gedachtegangen’ in De Morgen. In 2022 werd ze door koning Filip onderscheiden tot Commandeur in de Leopoldsorde.

Website