Gedicht
1/0

Dochter


Zij is met 18 maanden volwassen.
Wij zijn inmiddels versteend.
Zij beitelt zich een weg naar buiten.
In ons huist slechts verleden.


De kinderkamer dichtgegooid.
Speelgoeddieren worden fossielen.
Geen weg terug: wij strooien sporen
maar zij heeft niets met archeologie.


Ze wijst naar ons vals plafond,
wil hoger reiken. Wij hebben niets
dan dorst in huis, dichten de kloven
in onze lippen met glitterlijm.