Gedicht
1/1

Killerbriesje


Zijn het lenteblaadjes?
Zijn het maden?

Als vissen op het droge
spartelen de harten.
Een kroonslagader, dorre tak
knakt. Haar hak

neemt het ritme over,
drijft het tempo op,
drijft de ware tuin
in het raam.

Een jonge zwaluw mist
hoe wat waar is
onder luid applaus
kantelt.

Een druppel bloed
glijdt geruisloos
over het glas
omlaag.